Vorige pagina    Harmony Assistant    Volgende pagina 
 

Inleiding
Producten
Wat is er nieuw ?

Handleiding
Notatie
Inleiding
Muziektheorie
Algemene punten
Lexicon
Sjablonen
Staves templates
Paginaweergave
Graveurweergave
Positionering
Discontinue selectie
Presentaties
Doelen
Overbinding, boog en waardestreep
Tabulaturen
Meerstemmige notenbalken
Piano roll
Notatie in kleur
Gregoriaanse notatie
Overgangen
Sleutel
Voortekening
Maataanduiding
Dynamiek
Tempo en voortgang
Liedteksten/Karaoke
Vrije objecten
Tekstuele commando's
Lettertypen
Tekensets
Advanced
Chord diagrams
Chord line
Chord inversion
Mirror mode
Microtonal accidentals
Figured Bass
Geluidsweergave
Apparaten/scripting
Virtual Singer
Myriad HQ
FAQ
Software licentie
Technische ondersteuning
Appendices
Afdrukbare handleiding


Gewijzigde hoofdstukken:
In het Engels:

 
 

Muziektheorie in het kort

Algemene punten

Muziek wordt in dit programma op een klassieke manier geschreven: noten worden op notenbalken geplaatst, en notenbalken worden samengebracht om een partituur te vormen. Dat laatste is de meest gebruikelijke representatie in de wereld van de muziek.
U krijgt nu een overzicht van de basisregels. Als u voldoende met de muziektheorie bekend bent, dan kunt u dit hoofdstuk overslaan.
Opmerking: Uiteraard kan niet de hele muziektheorie hier behandeld worden. Als u hier dieper op wilt ingaan, dan nodigen wij u uit om een daartoe gespecialiseerd boek te gebruiken.
Een muziekstuk wordt geschreven als een partituur (de inhoud van het hoofdvenster waarin uw document staat). Een partituur is onderverdeeld in verschillende notenbalken. Iedere notenbalk geeft weer wat door een enkel instrument zal worden gespeeld.

De notenbalk is opgebouwd uit vijf horizontale lijnen:
_________________
_________________
_________________
_________________
_________________


Op iedere regel kunnen noten worden geplaatst. Een noot definieert het geluid dat op enig moment door het instrument van de regel zal worden gespeeld. Noten kunnen op of tussen de lijnen worden geplaatst.

Een noot definieert drie parameters door zijn vorm en locatie:

- Zijn verticale positie definieert zijn toon. Hoe hoger de noot is geplaatst, hoe hoger de toon zal zijn.

- Zijn horizontale positie bepaalt het moment waarop de toon zal worden gespeeld. De horizontale as bepaalt dus de tijdschaal, die van links naar rechts toeneemt. Als u twee noten op dezelfde kolom plaatst, dan worden zij tegelijkertijd afgespeeld. Dit wordt een akkoord genoemd.

- De vorm van de noot definieert zijn tijdsduur of afspeellengte. De standaard nootlengten zijn vooraf bepaald in de muzieknotatie, waarbij iedere noot twee keer zo lang is als de volgende.

Dus u heeft:
Een hele noot  is gelijk aan twee halve noten: . Iedere halve noot is twee keer zo lang als een kwartnoot . Iedere kwartnoot is twee keer zo lang als een achtste noot: , en ga zo maar door met de zestiende  en tweeëndertigste noten ...


Rusten
geven de pauze tussen de noten aan. Net als noten zijn zij georganiseerd in lengten die afnemen met de helft. Rusten worden dus aangeduid met hun lengte, zodat u bijvoorbeeld een halve of een achtste rust zult vinden. Dit geldt voor alle rustlengten.
Notenbalken zijn onderverdeeld in maten, die onderscheiden zijn door de verticale lijnen. Deze lijnen zijn zichtbaar op de notenbalk. De notenbalken worden door de maten gesplitst in regelmatige intervallen.

Tot slot staat helemaal links op de notenbalk een sleutel. Een sleutel geeft verschillende soorten informatie aan:

- Zijn vorm bepaalt waar de noten op de lijnen zullen vallen.
De vioolsleutel of G-sleutel (de bovenste notenbalk) vertelt ons dat de onderste regel met een E correspondeert. De ruimte tussen de twee onderste regels correspondeert met een F en de bovenste lijn (waar de sleutel een bocht maakt) is een G. Deze regels gelden voor alle noten A, B, C, D, E, F, G...
De vioolsleutel is de:


Met een bas- of F-sleutel correspondeert de onderste regel met een lage G. Van onder naar boven corresponderen de lijnen met A, B, C, D, E, F ...
De bassleutel is:



- Aan de rechterkant van de sleutel vindt u twee nummers, zoals een  . Deze geven de maataanduiding aan. Dit is de lengte van iedere maat. 4/4 betekent dat een maat vier tellen heeft en dat de waarde van iedere tel dus een kwartnoot is. De lengte van een maat is dus een hele noot of twee halve noten.
divtemps
- Aan de rechterkant van de sleutel vindt u twee nummers, zoals een  . Deze geven de maataanduiding aan. Dit is de lengte van iedere maat. 4/4 betekent dat een maat vier tellen heeft en dat de waarde van iedere tel dus een kwartnoot is. De lengte van een maat is dus een hele noot of twee halve noten.



(c) Myriad - Alle rechten voorbehouden